Kroeskoppelikaan

De kroeskoppelikanen (Pelecanus crispus) zijn 160 tot 180 cm lang en heeft een spanwijdte van 270 tot 350 cm. Hij gelijkt sterk op de roze pelikaan.  Bij beide pelikaansoorten is het verenkleed overwegend wit. De onderkant van de vleugels is bijna helemaal wit, behalve de randen van de slagpennen. Bij de roze pelikaan zijn de arm- en handpennen helemaal zwart, daardoor is de achterkant van de ondervleugel egaal zwart, terwijl dit zwart bij de kroeskoppelikaan ontbreekt. De iris is licht en de veren op de kruin zijn slordig gekroesd . De keelzak is oranjerood (geel bij de roze pelikaan) en biedt ruimte voor veel voedsel. Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk.

 

Hun voedsel bestaat uit vis, waarvan hij zeker 1 kg per dag nodig heeft. De vogels werken tijdens de jacht samen door in een halve cirkel te gaan zwemmen en zo de vissen bijeen te drijven, waarna deze worden opgeschept. In zoet water wordt vooral op karper, baars, blankvoorn, rietvoorn en snoek gevist en in zout en brak water op paling, harders, grondels en garnalen. De vogel broedt in dichte vogelkolonies in zoetwatermoerassen. Jongen van 3 tot 4 weken oud worden ondergebracht in een "crèche". De ouders houden er geen toezicht op, maar brengen wel regelmatig voedsel.