Koekoek

De koekoek (Cuculus canorus) staat bekend om zijn opmerkelijke broedstrategie, waarbij het zijn ei legt in het nest van andere vogelsoorten, zoals de heggenmus en de kleine karekiet. Deze gastouders nemen vervolgens de verantwoordelijkheid op zich om het ei uit te broeden en de jonge koekoek groot te brengen. De koekoek wordt vaak waargenomen op open plekken, waar hij zich onderscheidt door zijn afhangende vleugels en nauwelijks zichtbare poten.

Mannetjes onderscheiden zich door een blauwgrijze borst, kop en bovenzijde. De witte buik, met kenmerkende zwarte strepen, wordt duidelijk gescheiden van de blauwgrijze borst. Hun dieet bestaat voornamelijk uit rupsen en insecten. Volwassen vogels verlaten het broedgebied doorgaans vanaf begin juni en bevinden zich tegen eind juli grotendeels in Afrika. Jonge vogels vertrekken iets later en kunnen soms zelfs tot in september waargenomen worden.